Weg naar ontslag lastig bij verslavingsproblematiek

Een schoonmaakster bij een glazenwassersbedrijf in Noord-Holland is verslaafd aan alcohol. Deze verslaving heeft invloed op haar functioneren binnen de organisatie. In augustus 2023 is zij volledig arbeidsongeschikt geraakt. De bedrijfsarts heeft geadviseerd om een behandeling te volgen voor haar alcoholverslaving.

Kort nadat de werkneemster volledig arbeidsongeschikt is geworden vindt een gesprek plaats met de werkgever. In dit gesprek wordt de werkneemster het voorstel gedaan de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen. ’s Avonds laat de werkneemster in niet mis te verstane bewoordingen aan haar leidinggevende weten dat zij het voorstel niet accepteert. De werkneemster laat de leidinggevende letterlijk weten dat zij het voorstel ‘in haar reet kan stoppen’. Voor de leidinggevende is dit aanleiding de werkneemster uit te nodigen voor een tweede gesprek. Tijdens dit gesprek begint de werkneemster te schelden en te dreigen.

De leidinggevende besluit de uitspraken en verwensingen van de werkneemster vast te leggen. Uit de notitie van de leidinggevende blijkt onder meer dat de leidinggevende werd uitgemaakt voor ‘stinkhoer’ en ‘kutwijf’. Verder sprak de werkneemster diverse verwensingen uit aan het adres van de leidinggevende en de organisatie. De leidinggevende legt in dit kader vast dat: ‘jij niets van mij overlaat’ en ‘mij helemaal kapotmaakt’. In appberichten aan een collega meldt de werkneemster dat ze het bedrijf ‘kapot gaat maken’. Last but not least benadert zij ook de zoon van de leidinggevende. ‘Je moeder is een klote-hoer en ik maak haar kapot’, schrijft ze hem.

Ontslag op staande voet terecht?

De leidinggevende voelt zich bedreigd door de werkneemster en zij doet aangifte bij de politie. De werkgever ontslaat de werkneemster op staande voet. Grondslag voor dit ontslag op staande voet is: 

  • het op grove wijze beledigen van de werkgever,
  • de ernstige bedreiging en
  • de grove taal die zij heeft geuit. 

Met deze gedragingen is zij een aanvaardbare grens voorbij gegaan. De werkneemster stelt dat ze onder invloed was van alcohol toen zij de teksten schreef en zij zich niets kan herinneren. Ze biedt haar verontschuldigingen aan en heeft spijt van haar gedrag. 

Ondanks de verontschuldigingen en het feit dat zij spijt heeft van de gedragingen wendt de werkneemster zich tot de kantonrechter. Zij voelt zich in de steek gelaten door de werkgever en bestrijdt het ontslag op staande voet.

Zij betoogt dat de werkgever wist van de alcoholverslaving en niet aan de zorgplicht heeft voldaan. Bovendien is op haar functioneren niets aan te merken volgens haar. De werkgever stelt zich op het standpunt dat zij niet bekend was met het alcoholprobleem. Werkneemster heeft het bestaan van dit probleem ook nadrukkelijk ontkend en zij heeft ook niet aangetoond dat haar gedrag is te relateren aan een verslaving. De rechter deelt het standpunt van de werkgever niet. De rechter stelt vast dat in de ontslagbrief  is opgenomen dat in het gesprek aan de orde is gekomen dat werkneemster problemen ervaart vanwege het gebruik van alcohol. 

Alcoholprobleem onvoldoende meegewogen

Ook het standpunt van de werkgever dat de werkneemster haar verslaving niet aannemelijk heeft gemaakt, volgt de rechter niet. Werkneemster heeft verschillende stukken overgelegd waaruit de verslaving blijkt (een verklaring van een klinisch psycholoog en politie-registraties waaruit blijkt dat ze onder invloed 112 en 113 heeft gebeld). Tevens heeft zij e-mailcorrespondentie met de bedrijfsarts toegestuurd waaruit blijkt dat deze bevestigt dat werkneemster lijdt onder haar alcoholgebruik. 

De rechter stelt zich op het standpunt dat de werkgever hier allemaal rekening mee had moeten houden. De werkgever heeft de ziekmelding en het alcoholprobleem onvoldoende laten meewegen in het besluit de werkneemster te ontslaan. Bovendien heeft de werkneemster tot het moment waarop zij verslaafd raakte naar behoren gefunctioneerd en tot dat moment hebben zich geen problemen voorgedaan.

De rechter stelt zich op het standpunt dat de werkgever het wangedrag van de werkneemster niet hoefde te accepteren, maar gezien het samenstel van omstandigheden bestaat onvoldoende aanleiding voor een ontslag op staande voet. De rechter meent dat de werkgever had moeten kiezen voor een andere maatregel, bijvoorbeeld een officiële waarschuwing.

De rechter vernietigt het ontslag en veroordeelt het glazenwassersbedrijf tot het doorbetalen van haar salaris vanaf augustus vorig jaar. Bij verslavingsproblematiek is de weg naar ontslag lastig. Ook moeten de problemen waarmee de werknemer wordt geconfronteerd nadrukkelijk worden meegewogen in de overwegingen die leiden tot de maatregel die wordt opgelegd. Zo toont deze uitspraak aan. Een algemeen begin hiervan kan zijn het vaststellen van een alcohol- en drugsprotocol binnen de organisatie en het strikt naleven van dit protocol. Wellicht geeft deze uitspraak stof tot nadenken; onze advocaten en adviseurs denken graag met u mee. Vragen? Neem contact met ons op.