Twee keer misbruik van (proces)recht

In een eerder nieuwsbericht bespraken wij twee uitspraken van Rechtbank Den Haag waarin de rechtbank eiser heeft veroordeeld in de proceskosten wegens kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Er was daarentegen geen sprake van misbruik van procesrecht. In recent gepubliceerde uitspraken van 24 juli 2023 behandelt Rechtbank Den Haag wederom twee zaken van dezelfde eiser. De eerste uitspraak ziet op de afwijzing van een aanvraag om individuele studietoeslag (ECLI:NL:RBDHA:2023:11080). De tweede uitspraak ziet op de afwijzing van een verzoek om schadevergoeding van door het college (inmiddels betaalde) vervoerskosten en vergoeding van kosten van een door eiser ingeschakelde deurwaarder (ECLI:NL:RBDHA:2023:11082). In beide uitspraken oordeelt de rechtbank dat er nu wél sprake is van misbruik van procesrecht. 

Misbruik van recht

Onder verwijzing naar haar eerdere uitspraak van 14 juni 2023 (ECLI:NL:RBDHA:2023:8628) en het eerder vonnis in kort geding (ECLI:NL:RBDHA:2022:10436), stelt de rechtbank in beide uitspraken voorop dat zij ermee bekend is dat eiser deel uitmaakt van een groep rond eisers voormalig gemachtigde en de handelwijze van ieder van hen in de afgelopen jaren. In de uitspraak van 14 juni 2023 geeft de rechtbank aan dat van misbruik van procesrecht nog niet kon worden gesproken, omdat de rechtbank nog niet eerder een inhoudelijke beslissing heeft genomen over deze en soortgelijke aanvragen van eiser. 

De rechtbank overweegt in de twee recente uitspraken van 24 juli 2023 dat de manier waarop eiser gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheden om een behandeling van zijn beroep te verkrijgen en dit beroep heeft gehandhaafd, blijk geeft van kwade trouw. Die kwade trouw is volgens de rechtbank enkel gericht op geldelijk gewin. Hij richt procedures doelbewust op zo’n wijze in dat vanwege de administratieve puinhoop die eiser daarmee veroorzaakt, niet op tijd op aanvragen kan worden beslist. Vervolgens stelt eiser het college daarvoor in gebreke en eist hij dat dwangsommen worden betaald. Door het consequent in zijn beroepszaken toepassen van dit verdienmodel maakt eiser volgens de rechtbank misbruik van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 3:13 gelezen in verbinding met artikel 3:15 BW. De rechtbank verklaart het beroep daarom niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om schadevergoeding af. 

Tips voor de praktijk

Regelmatig wordt door burgers geprobeerd om aanvraagprocedures te frustreren om zodoende de dwangsom wegens niet tijdig beslissen uit te lokken (artikel 4:17 Awb). Om dit tegen te gaan, geven wij de volgende tips: 

  • Verplicht de aanvrager om bij veelvuldige en herhaalde aanvragen één e-mailadres te gebruiken;
  • Waarschuw de aanvrager dat aanvragen en herhaalde aanvragen alleen in behandeling worden genomen als de aanvraag volledig is ingediend;
  • Noem een einddatum waarvoor de aanvraag volledig moet zijn, bijvoorbeeld 2 weken. Is de gestelde termijn ongebruikt verstreken, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.