Alcohol drinken tijdens werktijd kost boa zijn baan

In een recent gepubliceerde uitspraak (ECLI:NL:RBLIM:2023:4370) ontbindt Rechtbank Limburg de arbeidsovereenkomst van een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa), die tijdens werktijd onder meer alcohol heeft gedronken tijdens een horecacontrole. Volgens de rechtbank is sprake van een ernstige tekortkoming in de nakoming. Wat was er aan de hand en wat overweegt de rechtbank?

De feiten in het kort

De uitspraak ziet op een boa die sinds 1 februari 2017 in dienst is bij de gemeente Heerlen. Eerder heeft de betreffende boa twee officiële waarschuwingen gekregen wegens het kleineren en belachelijk maken van collega’s en het vertonen van onacceptabel gedrag richting burgers en voor het parkeren van een dienstauto van de gemeente op een parkeervak dat bedoeld was voor voertuigen van gehandicapte personen. 

In november 2022 verricht de boa samen met andere collega’s (in burger gekleed) een integrale horecacontrole. Kort voor middernacht heeft de projectleider zich bij hen aangesloten. In januari 2023 heeft de projectleider bij de gemeente gemeld dat de boa tijdens de horecacontrole in november 2022 alcohol heeft gedronken, daarna een dienstvoertuig heeft bestuurd, een e-sigaret heeft opgestoken en zich discriminerend heeft uitgelaten. De gemeente heeft de boa vervolgens geschorst en een feitenonderzoek laten verrichten door een onderzoeksbureau. De boa heeft aangegeven dat hij slechts één biertje gedronken heeft en daarna alcoholvrij bier. Uit de bevindingen van het onderzoek volgt dat alle meldingen gegrond zijn, met uitzondering van de discriminerende uitlatingen. 

De gemeente besluit daarom over te gaan tot beëindiging van het dienstverband van de boa. Hoewel volgens de gemeente sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet, besluit zij op grond van de persoonlijke omstandigheden van de boa niet daartoe over te gaan. De gemeente verzoekt de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:686 BW.

Hogere integriteitseisen voor ambtenaren

De rechtbank overweegt allereerst dat de boa niet alleen werknemer is, maar ook ambtenaar. Aan ambtenaren worden volgens de rechtbank hogere integriteitseisen gesteld dan aan ‘gewone’ werknemers. De gemeente wijst er in dat verband terecht op dat de boa zich als goed ambtenaar dient te gedragen en dat dit inhoudt dat hij zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar dient te zijn en niets mag doen dat het aanzien van zijn ambt zal schaden. Naar het oordeel van de rechtbank is het evident dat het drinken van alcohol tijdens werktijd in strijd is met de hoge integriteitseisen die aan een ambtenaar gesteld worden. Bovendien heeft de gemeente in haar personeelshandboek opgenomen dat zij van haar medewerkers verwacht dat zij geen alcohol gebruiken als zij werken. Daarnaast zal het drinken van alcohol de waarnemingen tijdens het werken als boa kunnen beïnvloeden terwijl die waarnemingen wel in een proces-verbaal vastgelegd worden en als bewijs kunnen dienen op basis waarvan gehandhaafd wordt. Vast staat dat de boa alcohol heeft gedronken en vervolgens heeft gereden. Dit is volgens de rechtbank voldoende is voor ontbinding van de arbeidsoverkomst. 

Ernstige tekortkoming

Verder overweegt de rechtbank dat de boa een gewaarschuwd man was en het duidelijk was dat hij zich geen misstappen meer kon veroorloven. De rechtbank ontbindt de arbeidsovereenkomst, omdat de boa ernstig tekortgeschoten is in de nakoming daarvan. Omdat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, heeft de boa geen recht op een transitievergoeding.