Bovenwettelijke uitkering telt niet mee bij berekening dagloon

In een recent gepubliceerde uitspraak van Rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2023:9658) beantwoordt de rechtbank de vraag of een bovenwettelijke uitkering moet worden meegenomen in de berekening van het dagloon, waarmee de hoogte van de WIA-uitkering word vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is. Wat was er aan de hand?

Feiten in het kort

De werkneemster was tot 2016 werkzaam als senior beleidsadviseur bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Naar aanleiding van een ziekmelding in maart 2016 heeft het UWV de werkneemster een Ziektewetuitkering toegekend tot januari 2018. Vanaf januari 2018 tot januari 2020 ontving zij een Werkloosheidsuitkering. Daarnaast is aan de werkneemster vanaf januari 2018 een bovenwettelijke uitkering toegekend. In januari 2020 meldt de werkneemster zich ziek en kent het UWV haar een Ziektewetuitkering toe. Bij besluit van 21 juli 2021 is de werkneemster een IVA-uitkering toegekend. 

De werkneemster is van mening dat het dagloon waarmee de hoogte van haar IVA-uitkering is vastgesteld, onjuist is berekend. Zij voert daartoe aan dat de bovenwettelijke uitkering die aan haar is toegekend, geen aanvulling is in de zin van artikel 14 van het Dagloonbesluit. Volgens de werkneemster moet de bovenwettelijke uitkering worden aangemerkt als wachtgeld. Het UWV is daarentegen van mening dat het dagloon juist is berekend. De bovenwettelijke uitkering wordt volgens het UWV niet als loon aangemerkt, omdat de dienstbetrekking was beëindigd. 

Dagloonbesluit 

De rechtbank overweegt dat de bovenwettelijke uitkering van de werkneemster moet worden aangemerkt als een aanvulling als bedoeld in artikel 14, onder a, van het Dagloonbesluit. De bovenwettelijke uitkering wordt daarom niet meegenomen bij de berekening van het dagloon. De rechtbank haalt daarbij de nota van toelichting aan. In de toelichting op artikel 14 in de nota van toelichting bij het Dagloonbesluit wordt uitdrukkelijk vermeld dat aanvullingen door de werkgever op een uitkering op grond van artikel 16 Wfsv tot het SV-loon behoren, maar dat bij de dagloonvaststelling hiermee geen rekening wordt gehouden. Als hier wel rekening mee zou worden gehouden, dan zou dit leiden tot overcompensatie. Ook heeft de werkneemster niet aannemelijk gemaakt dat de bovenwettelijke uitkering moet worden aangemerkt als wachtgeld. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het UWV terecht de bovenwettelijke uitkering niet heeft betrokken bij de vaststelling van het dagloon.