Hoge Raad: herstellen herplaatsingsplicht tijdens ontbindingsprocedure niet mogelijk

Naar aanleiding van een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 maart 2023 schreven wij eerder een nieuwsbericht over de mogelijkheid tot het herstellen van de herplaatsingsplicht tijdens een ontbindingsprocedure. Het hof oordeelde in die uitspraak dat dit niet mogelijk is. Op 2 juni 2023 heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof bevestigd (ECLI:NL:HR:2023:825). 

De feiten in het kort

Een gemeente heeft de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst met een werkneemster te ontbinden vanwege een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter stelde echter vast dat de gemeente niet heeft voldaan aan de herplaatsingsplicht. Hiertoe overwoog de kantonrechter dat de werkneemster enkel is geïnformeerd over vacatures. De gemeente heeft daarmee onvoldoende invulling gegeven aan de verplichting om in overleg met de werkneemster te onderzoeken welke mogelijk passende vacatures en herplaatsingsmogelijkheden beschikbaar zijn. De kantonrechter stelde de gemeente daarom in de gelegenheid om alsnog aan de herplaatsingsplicht te voldoen. Een half jaar later werd de arbeidsovereenkomst alsnog ontbonden. 

In hoger beroep beantwoordde het hof onder meer de vraag of de gemeente heeft voldaan aan haar herplaatsingsplicht. Het hof oordeelde dat aan de herplaatsingsplicht moet zijn voldaan ten tijde van de beslissing van de kantonrechter op het ontbindingsverzoek. Zoals in het eerdere nieuwsbericht aangegeven, bepaalt artikel 7:669, lid 1 BW namelijk dat het herplaatsingsvereiste als één van de twee vereisten geldt voor het kunnen toewijzen van een ontbindingsverzoek. De kantonrechter kan dus niet achteraf aan de gemeente de mogelijkheid bieden om alsnog aan de herplaatsingsplicht te voldoen. Het ontbindingsverzoek had dan ook moeten worden afgewezen. 

Hoge Raad bevestigt oordeel hof

De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het hof in een artikel 81 RO-zaak. Dit betekent dat de Hoge Raad zijn oordeel verder niet motiveert. 

Met deze bevestiging door de Hoge Raad blijft het beslissingsmoment door de kantonrechter het toetsmoment voor de vraag of is voldaan aan de vereisten van een ontbindingsverzoek. Het is dan ook niet mogelijk om tekortkomingen tijdens de ontbindingsprocedure te herstellen. Dit kan alleen anders zijn als er tijdens de ontbindingsprocedure bijvoorbeeld nieuwe functies vrijkomen.