Beleid over boa’s

Beleid met betrekking tot buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) is tot op heden niet centraal gereguleerd. Het gevolg hiervan is dat beleid voor boa’s per organisatie kan verschillen. Hierdoor is het niet altijd duidelijk wat een boa wel en niet mag tijdens het uitvoeren van zijn werkzaamheden.

Een van de redenen dat algemeen beleid ontbreekt, is gelegen in het werkveld waarin boa’s werkzaam zijn en de verschillende bevoegdheden die voor het uitoefenen van de werkzaamheden nodig zijn. 

Boa’s dragen een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. Van een boa mag worden verwacht dat hij zich in het kader van zijn gezag, neutraliteit en eigen veiligheid hoog in het vaandel heeft staan. In dit kader is een brief van 23 juni 2022 relevant. Hierin bespreekt de minister van Justitie en Veiligheid de Richtlijn Lifestyle-neutraliteit boa. In deze richtlijn is het volgende opgenomen: ‘’de buitengewoon opsporingsambtenaar draagt, in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, ervoor zorg dat hij, in contacten met het publiek, in ieder geval afstand neemt van de volgende uitingen: - zichtbare uiting(en) van (levens-)overtuiging, religie, politieke overtuiging, geaardheid, beweging, vereniging of andere vorm van lifestyle, die afbreuk doet aan de gezagsuitstraling, neutraliteit en veiligheid van de buitengewoon opsporingsambtenaar.’’ De minister benadrukt hierbij dat de werkgever van de buitengewoon opsporingsambtenaar de verantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering van deze richtlijn. Naleving van de richtlijn is niet door de minister afdwingbaar. Regels die werkgevers opstellen aan de hand van de richtlijn zijn dat overigens wel. 

In het verlengde van deze richtlijn heeft het gerechtshof Den Haag zich uitgelaten over de vraag of beleid waarin het zichtbaar dragen van tatoeages in de uitoefening van de functie is toegestaan (ECLI:NL:GHDHA:2021:2552). Het Hof oordeelt dat in het kader van goed werkgeverschap van de werkgever kan worden gevraagd zich aan te sluiten bij de huidige maatschappelijke opvattingen over bijvoorbeeld zichtbare tatoeages. Ook het Europees Hof van Justitie heeft zich uitgesproken over het zichtbaar dragen van religieuze of politieke symbolen. Het Europese Hof oordeelt dat werkgevers dit mogen verbieden, indien zij onder meer kunnen aantonen dat dergelijke hoofdbedekking een schadelijk effect op de onderneming of organisatie tot gevolg heeft. Dit betreft voor werkgevers dus wel een redelijk zware toets.

Wij adviseren heldere afspraken omtrent het beleid voor boa’s op te nemen in bijvoorbeeld het personeelshandboek of arbeidsvoorwaardenregelingen. Van de inhoud van deze documenten mag immers worden verwacht dat bij uw organisatie werkzame boa’s hiermee bekend zijn. 

Onze advocaten en adviseurs ondersteunen u graag in het opstellen van beleid voor buitengewoon opsporingsambtenaren. Heeft u vragen, neem dan contact met ons op. 

Advies nodig?

Bel ons: 079-3631919 of stuur een mail. Wij helpen u graag.

Ontvang ons cursusaanbod

Volg ons op social media

Ontvang onze publicaties

Volg ons op social media